Mathilde is de koning te rijk als ze de baan krijgt, waar ze naar heeft uitgezien: medisch secretaresse in het ziekenhuis. Op een dag ontmoet ze er, onder trieste omstandigheden, haar eerste vriend Frank de Groot. Zijn vrouw is ernstig ziek en Mathilde leeft erg met de familie mee. Na het overlijden van zijn vrouw doen Frank en zijn zoontje Mark steeds een beroep op haar en Mathilde helpt waar ze kan. Tegelijkertijd wordt het contact tussen haar en arts-assistent Ruud van Egmond hechter en het kan niet uitblijven of op haar afdeling wordt er druk over gekletst. Mathilde heeft het niet gemakkelijk. Komt de relatie met Ruud door haar hulp aan Frank onder druk te staan? En voelt ze nog zoveel voor Frank als indertijd? Ze wordt in haar gevoelens voortduren heen en weer geslingerd, maar laat uiteindelijk haar hart spreken.