De lange ondertitel van Max Havelaar, `of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij , riep destijds veel kritiek op. Het boek leest inderdaad allerminst als een bedrijfsgeschiedenis. Veel meer is het een aanklacht: tegen koloniale uitbuiting en een corrupte bureaucratie in het Nederlands-Indië van de negentiende eeuw, en tegen de in eigen ogen oneerlijke behandeling van auteur Eduard Douwes Dekker, zelf een gewezen ambtenaar in de Oost. Door de misstanden die het blootlegde, reikte de invloed van Max Havelaar tot ver buiten de literaire wereld. `Een boek waarin op een helse manier de spot wordt gedreven met de droogstoppels van de maatschappij, die gezet worden tegenover het eeuwige drama van idealisten die het onderspit delven en slachtoffer worden van hun eigen dromen. Marita Mathijsen