Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. Deze kan zich ontplooien door een verdere bewustwording. De ‘standaardmeditatie’, met aandacht voor de adembeweging in de onderbuik, wordt verder gebruikt om de processen in de geest en verschijningsvormen van de geest beter te leren kennen. Eerst komt de beginsituatie aan de orde met de al bestaande eigen kennis van meditatie en haar doel, dan volgen de belangrijkste principes van meditatie: in jezelf naar binnen gaan en je intern opstellen, je geest stil laten worden, je eigen situatie en je ware aard steeds duidelijker gaan zien, je werkelijkheid laten transformeren, jezelf overgeven. Een apart deel wordt gevormd door de voorbereidingen op de meditatie. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de ontspannen concentratie van de aandacht, aan de verdere ontplooiing van de meditatie en aan het integreren van de meditatie in het dagelijkse leven. De benadering blijft praktisch. Steeds worden oefeningen gegeven, maar deze zijn gericht op een beter inzicht in de eigen geest. In de verheldering en verruiming van de eigen bewuste zijnssfeer komt er een moment waarop de herkenning doorbreekt van de diepte van jezelf en van de wereld als een Openheid die voorafgaat aan alle vormen.