Dit deel van mijn herinneringen preciseert nader het ontstaan van een veertig jaar durende "oorlog" met het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1957 had ik in Jakarta openlijk de positie ingenomen dat het vasthouden aan het voormalige Nederlands-Indische gebiedsdeel Nieuw-Guinea in flagrante strijd was met dwingende Nederlandse belangen in Zuidoost-Azië.