Haast onopgemerkt voor het oog van de wereld is in de laatste veertig jaar van de twintigste eeuw enorme vooruitgang geboekt bij het wetenschappelijk onderzoek naar reïncarnatie. De man wiens wetenschappelijke carrière van het begin af aan in het teken van dat onderzoek heeft gestaan, is prof. Dr. Ian Stevenson. Hij was het die als eerste westerse wetenschapper herinneringen aan vorige levens van jonge kinderen wetenschappelijk onderzocht en erover publiceerde. In 1997 kwam meer dan 2000 pagina 's dik verslag uit van zijn onderzoek naar geboortetekens zoals moedervlekken en littekens, als bewijs voor reïncarnatie. Stevenson ontdekte bij zijn onderzoek namelijk opvallende parallellen tussen ervaringen die kinderen uit vorige levens rapporteerden en medisch biologisch onverklaarde geboorteafwijkingen en misvormingen die ze vertoonden. Ze bleken vaak samen te hangen met een gewelddadige dood of mishandeling in hun voorafgaande leven. Bewijzen van reïncarnatie vat de resultaten van stevensons grote onderzoek samen en doet verslag van een aantal interessante gevallen. Met de bevindingen van stevensons in de hand wordt reïncarnatie - zelfs voor de grootste sceptici - wel een haast tastbare realiteit.