Eerder verscheen een poëziebundel van Manja Croiset, met daarin opgenomen een blokje kinderherinneringen. Dit boek is helemaal gewijd aan haar jeugd. Een naoorlogse jeugd, getekend door de ervaringen van haar ouders. Een kind dat zich niet of weinig manifesteerde en zich opgesloten voelde in haarzelf. Naar het leek een rustig en makkelijk meisje, dat in haar puberteit volkomen vastliep. Niet haar achtergrond, maar zij was (ogenschijnlijk) het probleem, hetgeen de situatie alleen maar verergerde. Het zou heel lang duren voordat ze zich daarvan bewust werd. Dit boek is geen gedichtenbundel, maar bestaat uit fragmentarische aantekeningen van haar kinderbelevingen. In de tegenwoordige tijd legt zij verbindingen tussen wat toen gebeurde en hoe zij zichzelf ontwikkeld heeft. Zich onzichtbaar voelend in haar jeugd en hoe prominent nu wel aanwezig, is dat gevoel nooit overgegaan. Zonder fundamenten kun je niet bouwen. In kennis gegroeid, emotioneel blijven hangen. hoe kon ik recht hebben op angst en verdriet na wat mijn ouders hadden doorstaan en hoe de familie aan zijn einde was gekomen zwak was ik en slecht hoe vaak heb ik mijn moeder bits horen zeggen ik ben geen Jodin ik ben Nederlands Manja Croiset roept suggestief haar Amsterdamse jeugd op (haar kindertijd en adolescentie) waarna behandelingen volgen die haar verder zouden traumatiseren. Aan beide heeft zij zich nooit kunnen ontworstelen. In stukken uiteengevallen, een vorm van wijsheid ontwikkeld door het wrang verlopen leven, maar ook een heel kwetsbaar bang kind gebleven nog steeds op zoek naar veiligheid en erkenning. Dit boek is in het voorjaar van 2008 weer leverbaar