In Mijn naam is Freud, Iki Freud. Bekentenissen van een psychoanalytica vertelt zij met grote openheid over haar eigen leven. Ze gaat op zoek naar de geschiedenis van haar verleden - als dochter van een Hongaars-joodse immigrant, kind uit een gemengd huwelijk en oorlogskind - om uit te vinden hoe ze geworden is wie ze is. Haar verkenningen voeren haar terug naar het oorlogsdagboek van haar jonggestorven vader, waar van delen hier zijn opgenomen. Iki Freuds onthullende herinneringen bestrijken meer dan zestig jaar en lopen over verscheidene continenten. Tussen de twee werelden van Oost- en West-Europa en in het kielzog van twee andere Freuds heeft zij haar eigen weg gezocht. Luctor et emergo is daarbij haar devies.