Een schrijver is ziek: hij heeft MS en is depressief. Het gooit zijn leven ingrijpend overhoop. De geest is levend en wil van alles, zijn vrouw is prachtig en zijn kinderen zijn lief. Maar midden in het leven staat de dood en na allerlei enerverende gebeurtenissen komt hij oog in oog te staan met niemand minder dan de Schepper. Dan lijkt zich iets te voltrekken wat zich misschien nooit, misschien één keer eerder heeft voorgedaan: de schrijver staat op uit de dood. Hij komt tot de ontdekking dat het woord machtiger is dan de ziekte - zou het woord soms God zijn?