Tanja Luciç is een jonge gastdocente in de Servo-Kroatische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Haar studenten, nauwelijks jonger dan zij, zijn net als Tanja afkomstig uit voormalig Joegoslavië: vluchtelingen, ballingen. Tegen de gespannen politieke achtergrond van het oorlogstribunaal in Den Haag roept Tanja samen met haar studenten herinneringen op aan het leven in Joegoslavië, herinneringen vol verlies, schuld en trauma. Tegelijkertijd ontwikkelt zich tussen Tanja en haar student Igor heel aarzelend , bijna onbewust, een liefdesrelatie, die pas later duidelijk gestalte krijgt. Maar ook in de liefde kunnen zij niet ontkomen aan de pijn van verlies en ontheemding. Wanhopig zoeken ze naar een manier om hun gevoelens onder woorden te brengen.