De moordaanslag op premier Rafik al-Hariri was in 2005 het begin van een aantal chaotische jaren in Libanon. In 2007 stemde het Nederlandse kabinet in met de komst van het Bijzonder Tribunaal voor Libanon naar Nederland. Dit tribunaal onderzoekt de aanslag en berecht de verdachten. Het zogeheten Hariri-tribunaal werd 1 maart 2009 onder toeziend oog van de massaal uitgerukte wereldpers geopend. In Morgen Misschien schetst Libanon-kenner Arthur Blok een indringend beeld van de Libanese maatschappij en de - voor Nederlandse lezers - soms bizarre leefwijze van de Libanezen. Hij legt uit hoe de politieke verhoudingen liggen en waar de complexiteit van de Libanese maatschappij zijn oorsprong vindt. Alle feiten uit het VN-onderzoek naar de aanslag op Hariri worden op een rij gezet en geanalyseerd. Blok, die Libanese roots heeft, sprak o.a. met de zoon van Rafik al-Hariri over het tribunaal en de politieke erfenis van zijn vader. Ook sprak hij met diverse andere prominente Libanezen onder wie tv-presentatrice May Chidiak die zelf ook het doelwit was van een aanslag. Hij interviewde Detlev Mehlis, de Duitse topaanklager die de eerste twee VN rapporten over de moord op Hariri opstelde, en sprak exclusief met Mehlis' opvolger Serge Brammertz. Arthur Blok (1974) woonde in Beiroet waar hij werkte als correspondent voor de GPD-bladen en voor het Libanese tv-station New-tv. In Nederland werkte hij o.a. voor de parlementaire redactie van Novum en voor de talkshow Pauw & Witteman. Hij doceert aan de faculteit Journalistiek en Communicatie van de Hogeschool Utrecht. Blok staat bekend om zijn heldere analyses van de Libanese politiek.