Augusta de Wit besluit op vierenveertigjarige leeftijd op zoek te gaan naar de naam en de verblijfplaats van haar vader, een Duitse soldaat over wie zij bitter weinig weet. In 'De naam van de vader' stelt Nelleke Noordervliet vragen naar schuld en verantwoordelijkheid voor de geschiedenis. Gaandeweg ontwikkelt deze aangrijpende roman zich tot een universele menselijke tragedie.