Wilbur is 1,50 meter, maar zou graag zo sterk en onoverwinnelijk willen zijn als Bruce Willis. Wilbur weet heel zeker: bij hem gaat alles fout. Zijn Ierse moeder sterft bij zijn geboorte, zijn Zweedse vader verdwijnt, zelf is hij dus te klein, en zijn eerste thuis is een couveuse. Als zijn grootouders hem naar Ierland halen, ervaart hij een beetje het gevoel een thuis te hebben en een vaderland. Maar zijn beste vriend komt in een opvoedingsgesticht terecht, zijn grootmoeder overlijdt bij een ongeval, en Wilbur weet: ik ben en blijf een loser. De charmante Aimee wil hem iets anders bijbrengen, namelijk dat hij het geluk eindelijk eens moet zoeken waar het voor het oprapen ligt, als hij maar zou kijken! De zo sympathieke, levensonwillige Wilbur heeft een half leven nodig om te snappen dat je zelfs voor het geluk niet weg kunt lopen. De lezer volgt Wilbur van Ierland naar Zweden naar Amerika, op het spoor van zijn verdwenen vader, en ontmoet met hem een caleidoscopische verzameling verknipte en toch o zo menselijke personages. Een bildungsroman over volwassenwording en zelfbewustwording, geschreven met een prachtig beheerste, subtiele humor.