Ik probeerde te rijden en tegelijk wakker te blijven. Het was al over enen en ik had twee nachten achter elkaar slecht geslapen. Ik snakte ernaar mijn ogen te sluiten en ze twee weken, een maand, een jaar lang niet meer open te doen. Ik snakte ernaar te weten wie ik was en waarom ik in een auto door de straten van een door regen overspoelde stad reed, op zoek naar de vrouw van wie ik hield. Margarita kon beslist niet weten wat 803 betekende. Het was geen code, maar het concrete nummer van een concrete plek: een kamer in een motel. Kamer 803 was van ons, en als ik het over ons heb bedoel ik daar niet alleen Tania mee maar ook, al doet het me pijn, Gregorio Valdés…