De beeldhouwer Albin Kranz, een alcoholist op het randje van het delirium, is in Istanboel getuige van een moord op de handelaar in edelstenen Jonathan Miller. Albins speurtocht naar de ware toedracht, die hem door de bazaars en sloppen van winters Istanboel voert, blijkt tegelijk een desoriënterende zoektocht naar zichzelf en naar wat er over is van zijn relatie met zijn vrouw Livia. Hoemeer hij verstrikt raakt in de onderwereld van Russische zwarthandelaars en in de ban van complot-theorieën, des te meer vervloeien de grenzen tussen hallucinatie en werkelijkheid - en tussen heden en verleden - in het roesachtige 'zwart van maanloze woestijnnachten'.