'25 Juni 1952. Deze week is de week van de jasmijn. Aan den weg tegenover dien tuin met de 4 kippen (aan den Grebbeweg) tusschen de boomen door naar de diepte en de verte kunnen kijken, naar den hoogen rand van de Veluwe omtrent Ede. Beneden: weiland en boomen en daarin 3 koeien die later uit het panorama waren gewandeld.' Bij de verschijning van Nescio's Verzameld werk was het Natuurdagboek voor vele recensenten de grote ontdekking in het nagelaten werk. Het omspant de periode tussen begin 1946 en eind 1955. De inhoud is helemaal 'Nescio', de schrijver in zijn meest pure vorm. Nauwgezet neemt hij al het veranderlijke waar: het voortschrijden van de seizoenen, de wolken, het water, het licht, en hij legt dat alles vast in intieme, tijdloze beelden, als een schilder. "Een epos", vond Hugo Brandt Corstius; "een klein heldendicht", aldus Kees Fens.