Mathilde Zandstra valt in een diep gat als haar man Gerard plotseling overlijdt, na een huwelijk van dertig jaar. Gerard was geen prater en was steeds bezig met zijn werk en hun kerkgemeenschap. Kinderen hebben ze nooit mogen krijgen. Dan komt na de begrafenis een verschrikkelijk feit boven tafel: Gerard heeft jarenlang een dubbelleven geleid. Hoe kan Mathilde ooit in het reine komen met haar gevoelens van woede en ontgoocheling?