In 1930 begon de Afdeling Scheikunde van de Vrije Universiteit haar werk. In dit boek wordt veel aandacht besteed aan de beginperiode. Vervolgens wordt vanuit verschillende invalshoeken geschetst hoe 'de scheikunde' aan de Vrije Universiteit tot ontwikkeling kwam. Hierbij kunnen het scheikundeonderwijs en -onderzoek natuurlijk niet ontbreken. Er is echter ook aandacht voor bijvoorbeeld het ondersteunend personeel, het financiële beleid en de maatschappelijke betrokkenheid.