In drie romans vertelt Marjan Berk over de levens en liefdes van Hanna (66), gescheiden, filmvertaalster, Abelien (68), weduwe met een mooi pensioen, en Patty (58), heel jong weduwe geworden, eveneens in goeden doen maar met eigenaardige bijverdiensten. In Toen de wereld nog jong was zorgt een contactadvertentie ervoor dat de levenspaden van Hanna, Abelien en Patty die van de charmante Ferdinand Ruys kruisen. Hij probeert de leegte die zijn demente vrouw heeft achtergelaten, weer op te vullen. De drie oude meisjes willen in Naar het zuiden! met Ferdinand per camper naar de zon reizen. Dat blijkt niet zo eenvoudig als lijkt: ouderdomskwalen gaan hun tol eisen, de dood spreekt een woordje mee en hun zuidelijke droom lijkt soms verder weg dan ooit. Tot slot breekt in Te laat voor de lobelia's een nieuwe fase aan. Het naderende levenseinde, het verlies van fysieke aantrekkelijkheid en het voortdurend opspelende verleden maken dat de hoop op geluk steeds meer afneemt. Toch storten de heldinnen zich met animo in het avontuur en de liefde, dapper op zoek naar ooit gekend geluk. '[Berk] schrijft met zoveel gemak, zo soepel en speels, dat je al lezend over het hoofd dreigt te zien hoe knap-natuurlijk haar dialogen zijn en hoeveel techniek ze daarvoor in huis moet hebben.' –Elsbeth Etty, NRC Handelsblad