Kort na de eeuwwisseling vindt een matroos in een kistje op een piano in een zaal van de oceaanstromer de Virginian een baby. De matroos doopt het jongetje `Novecento' (Negentienhonderd) en draagt zorg voor zijn opvoeding. Als het jongetje acht is sterft zijn `vader'. De kapitein besluit Novecento over te dragen aan de autoriteiten, maar het kind is onvindbaar. Als het schip weer uitvaart, duikt Novecento weer op. Het jongetje blijkt fabelachtig piano te spelen. Hij blijft aan boord en groeit uit tot de beste pianist ter wereld, naar wie iedereen komt luisteren. Het schip durft zijn leven lang niet te verlaten.