Fanny is de zesde en de jongste. Een nakomertje. Haar vader noemde haar altijd nummer 6. Haar vader, wel geliefd maar nooit aanwezig, bleef altijd de beminde onbekende. Nu haar vader oud geworden is en Fanny's moeder overleden is komen de twee nader tot elkaar. In een heldere stijl wordt de geschiedenis van deze vaderdochter verhouding in prachtige beelden geschilderd. Véronique Olmi beschrijft de verhouding tussen kinderen en de nodeloos gemiste liefde van de vader voor de dochter. De geschiedenis van Fanny is universeel en door de auteur meesterlijk beschreven.