Al vanaf zijn debuut dicht H.H. ter Balkt over de verbondenheid met het verleden, het nietige, de eenling, de natuur alles wat wij veronachtzamen en minachten. De boodschap was misschien nog nooit zo duidelijk als in Onder de bladerkronen, zoals in het gedicht `In de Sneeuwstraat : `Als er dan toch geen hel bestond/dan bouwden wij die wel op aarde en `Verdovingspijl vlieg maar . Toch is deze poëzie niet bitter of nihilistisch, maar strijdbaar, kritisch en hoopvol. De liefde voor het kleine en onopgemerkte bevrijdt deze gedichten van neerslachtigheid. Want de wereld is misschien vervloekt, zonder hoop geen kunst en geen poëzie. Daarvan getuigt het prachtige `Zang : `Eerder sterft het sterrenlicht dan dat/alle blijdschap wegvlucht in de nacht.