'Martelaarschap voor iedereen, martelaarschap in het ziekenfondspakket.' Zo ongeveer zou, in de stijl van dit boek, de schreeuw van elke tobber hier op aarde om erkenning van zijn gemodder en geploeter verwoord kunnen worden. Geen christelijk martelaarschap, gecanoniseerd in een heiligverklaring, maar een dat mensen uit onstuitbare aandachttrekkerij over zich afroepen, of waar ze al dan niet moedwillig naar op zoek gaan. Albert Egberts en zijn levensgevaarlijke flirt met de heroïne. Flix Boezaardt die zijn geliefde opoffert aan zijn realistische kunst. Baartscheer die namens zijn neo-fascistische club de klappen in ontvangst neemt. de huisvrouw die de wereld opzadelt met de bekentenis haar ouders te hebben vermoord... Allemaal hunkeren ze, ieder op hun eigen manier, naar erkenning van hun zelfgekozen last. Als Het Hof van Barmhartigheid, eerste van beide romans die samen De tandeloze tijd 3 vormen, het milde vagevuur was van A.F.Th. van der Heijdens afwisselend goddelijke en menselijke komedie, dan is de tweede, Onder het plaveisel het moeras, een bescheiden hel, een struikeltoch langs (misschien niet de afgronden maar dan toch) de op- en afstapjes van een wereld vol intimidatie, seksueel geweld, verslaving, cold turkey, ademnood, botte seks, oververzadiging, walging, en lafheid die de heldenrol speelt.