In 'Onrustige slapers' maakt de lezer achtereenvolgens kennis met drie personages: de vertaalster Gerda, vol van faalangst en geobsedeerd door erotiek, haar ex, de arbeidsongeschikte leraar en zondagsfilosoof Simon, en de hoogbejaarde Lea, die nog maar met één been in de werkelijkheid staat. Zij geven in deze verhaalestafette het stokje aan elkaar door. In een prachtige, sobere stijl beschrijft Monika Sauwer hoe de banden tussen Gerda, Simon en Lea ontstaan, en hierbij draait het om de vraag: wie is op zoek naar wie? En, wie vindt ten slotte wie? Schijnbaar toevallig kruisen zich hun paden, waarna hun levens met elkaar verstrengeld raken. Tot ze op een dag wakker worden... alleen. Eén eigenschap hebben Gerda, Simon en Lea in elk geval gemeen: een groot gezegend vermogen tot dromen en nachtelijk dwalen. Zij zijn onrustige slapers.