Harry Mulisch leeft zijn leven alsof hij onsterfelijk is. Hij heeft zich altijd, óók in interviews, gedragen naar zijn 'absolute leeftijd': zeventien. De schrijver was gedurende zijn 'stralende zegetocht in de literatuur' tegen zijn interviewers onvervaard openhartig ('ik ben een groot schrijver, daar helpt geen moedertje lief aan'), geëngageerd en koppig ( 'ik spuug niet in de bron waaruit ik gedronken heb'), ijdel ('ik ben toch ook een koning'), diepzinnig ('het… meer