Na een vlucht per zeilwagen en rivierboot door het in verval geraakte Doran zijn de banneling Thomas en het ondervoede zeemeerminnetje Alante in een veilige haven beland, daarheen geleid door dolfijnen die hun boot buiten de delta lagen op te wachten. De enige die daar niet verbaasd over was is het zesjarige weesje Kajo, die ze in de delta met zijn waterbuffel hebben opgepikt. In het gastvrije huis van een oud echtpaar hoopt Tom aanwijzingen te vinden wie Alante is en waar ze vandaan komt. Want door haar dagelijkse spel met de dolfijnen is duidelijk geworden dat ze werkelijk een zeemeermin is. De komst van de kroonpretendente van het voormalige koninkrijk Doran is de voorbode van nieuwe bedreigingen. Als een blinde zieneres de waarschuwing weet over te brengen dat er soldaten onderweg zijn, vlucht het gezelschap hals over kop met Tom's jonk naar zee. Ze besluiten naar de hoofdstad van het naburige land te zeilen. In Ajudya hopen ze veilig te zijn voor de immer jagende Opponent, die het voorzien heeft op het geheim dat Alante in zich draagt.