Twee broers met een Algerijnse moeder en een Duitse vader, die zijn geboren in een dorpje in Algerije, wonen bij hun oom in een Parijse voorstad omdat ze daar betere kansen in het leven zullen krijgen. Op een dag worden hun ouders gedood bij een overval door een gewapende islamitische groepering. De oudste van de twee broers – Rachel (31), het schoolvoorbeeld van perfecte integratie – gaat naar het graf van hun ouders en komt daar tot de ontdekking dat hun vader tijdens de Tweede Wereldoorlog een hooggeplaatste nazi was. Hij ontvluchtte daarna zijn verantwoordelijkheid voor misdaden tegen de Joden en belandde via via in Algerije, om zich daar in te zetten voor de 'Algerijnse vrijheidsstrijd'.