Austers vijftiende roman opent in New York, in de lente van 1967. Adam Walker is twintig jaar, en pas afgestudeerd aan Columbia University. Hij wil dichter worden. Op een feestje ontmoet hij de raadselachtige Fransman Rudolf Born en diens zwijgzame maar verleidelijke vriendin Margot. Voordat hij het weet is Adam verwikkeld in een perverse driehoeksverhouding die tot een plotse geweldsdaad leidt. Zijn leven neemt een totaal andere wending. Een faustiaanse nieuwe roman vol passie van een van de grootste hedendaagse Amerikaanse auteurs. Een adembenemende roman die ons van 1967 tot 2007 voert, van New York tot Parijs tot de Caraïben. Auster brengt het schaduwland tussen geheugen en waarheid in kaart, tussen schrijverschap en identiteit, in een verhaal vol woede, lust en een nietsontziende zoektocht naar rechtvaardigheid.