Zojuist verscheen de schitterende vertaling door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes van het grootste meesterwerk uit de Russische literatuur: Tolstojs Oorlog en vrede, de enige echte originele tekst, dus niet te vergelijken met de onlangs elders verschenen ingekorte versie. Dat wil zeggen: het door Tolstoj zelf in boekvorm gepubliceerde verhaal over de adellijke families Rostov en Bolkonski, hun zinderende feesten en liefdesgeschiedenissen en dat tegen de achtergrond van Napoleons fataal verlopen Russische veldtocht, afgesloten met Tolstojs beschouwingen over de aard en betekenis van de geschiedenis en over het probleem van de vrije wil. Kortom: het Ene boek waarin liefde, vriend- en vijandschap, het intiem-persoonlijke en het groot-menselijke samenkomen in een verbluffend actuele roman die het hele leven omvat. Deze nieuwe vertaling bevat veel aantrekkelijke extra's: historische aantekeningen voor de hedendaagse lezer, een beschrijvend personenregister van alle historische figuren, een kaart van de Slag bij Borodino, een overzicht van de belangrijkste romanpersonages en een beknopte inhoudsopgave per hoofdstuk. Het Frans en Duits dat Tolstoj zelf in zijn roman opnam is gerespecteerd, maar voor het eerst wordt ook een Nederlandse vertaling van deze passages toegevoegd. Lev Nikolajevitsj Tolstoj (1828-1910) schreef Oorlog en vrede (Vojna i mir) tussen 1864 en 1869. Het verhaal begint in de regeringsperiode van tsaar Aleksander I, die in 1805 steuntroepen levert aan de Oostenrijkse keizer voor zijn oorlogen tegen Napoleon. Dan volgt de Franse inval in Rusland op 12 juni 1811, de bloedige Slag bij Borodino, Napoleons inname van Moskou, en ten slotte de bijna complete vernietiging van zijn 'Grande Armée' op de terugtocht uit Rusland in de winter van 1812. Het verhaal van de roman cirkelt rond drie hoofdpersonen: Graaf Andrej Bolkonski dient in het Russische leger. Als bij de geboorte van zijn zoon zijn vrouw komt te overlijden, laat hij zijn zoontje achter en neemt deel aan de Slag bij Austerlitz in 1805. Als commandant keert hij terug naar zijn landgoed. Omstreeks 1810 verblijft hij temidden van de beau monde in Moskou en Petersburg, en ontmoet daar Natasja Rostova. Natasja Rostova stamt uit een verarmd geslacht van Russische landadel. Op haar zestiende vat zij een bakvissenliefde voor Bolkonski op. In de hoop op een forse bruidsschat stemmen haar ouders toe in een huwelijk. Nog tijdens hun verlovingstijd verliest Natasja zich aan de adellijke losbol Anatole Koeragin. Bolkonski neemt deel aan de Slag bij Borodino en raakt dodelijk gewond. Pierre Bezoechov is Bolkonski's boezemvriend (een feestbeest maar aandoenlijk naïef) bastaardzoon en toekomstig erfgenaam van de rijkste man van Rusland. Graaf Koeragin, vader van Anatole, aast op Bezoechovs erfenis en slaagt erin hem te laten trouwen met zijn dochter. Na de Slag bij Borodino wordt Bezoechov krijgsgevangen gemaakt, wat zijn periode van loutering inluidt. Eenmaal bevrijd keert hij terug naar Petersburg, hoort dat zowel zijn vrouw als Bolkonski dood zijn en geeft zichzelf toe dat hij altijd maar van één vrouw heeft gehouden: Natasja Rostova. Kort daarop trouwen zij.