Blanche en Marie is een roman over mogelijke en onmogelijke liefde en speelt zich af in Parijs aan het begin van de twintigste eeuw. Centraal staan Blanche Wittmann, ooit een van de bekendste zenuwpatiënten ter wereld, en de Pools-Franse Marie Curie, die tweemaal de Nobelprijs won maar vanwege een verboden liefde een verschoppeling werd in wetenschappelijke kringen. Blanche Wittmann werd als jonge patiënte opgenomen in de psychiatrische kliniek van het Salpètrière-ziekenhuis in Parijs. Haar arts was J.M. Charcot, wereldwijd bekend als de eerste arts die hypnose toepaste bij de bestrijding van wat toen bekend stond als hysterie bij vrouwen. Onder de bezoekers van zijn publieke séances bevonden zich August Strindberg en de jonge Freud. Nadat Charcot was overleden werd Blanche assistente van Marie Curie. Per Olov Enquist (1934) is de uiterst succesvolle Zweedse schrijver van Het bezoek van de lijfarts, De vijfde winter van de magnetiseur, De reis van de voorganger en Kapitein Nemo's bibliotheek. Zijn werk is in 27 talen vertaald.