Uit de vele gedichten die de dichter H.C. ten Berge heeft vertaald, heeft hij een bloemlezing samengesteld. Een bloemlezing die zo dichtbij zijn eigen poëzie staat dat we moeten concluderen dat dichten en herdichten voor hem symbiotisch zijn, dat het ene niet buiten het andere kan. Van verwantschap hoeft niet eens sprake te zijn: naast tijdgenoten heeft Ten Berge ook twintigste-eeuwse klassieken vertaald (Pound, Ekelöf), en lyriek van 'primitieve' volkeren.Vanaf het begin van zijn dichterlijke bezigheden hebben het dichten en het vertalen van gedichten bij H.C. ten Berge op elkaar ingewerkt: 'De poëzie is universeel en in alle culturen aanwezig. Haar veelvormigheid en rijkdom wekken verbazing en nodigen uit tot lezen, luisteren en vertalen. Daarbij neemt de liefde voor de taal als zodanig, en die voor de eigen taal in het bijzonder, een niet te onderschatten plaats in. Men zoekt en geeft zowel uitbreiding aan het bestaande taaleigen als aan de poëzie die al deel uitmaakt van de literatuur in die taal. [...<bold>Blauwbaards ontwaken (2003), zijn jongste dichtbundel Het vertrapte mysterie (2004).