Het gaat niet slecht met Vitalski. Hij werkt aan zijn essaybundel De Betekenis Van De Ballingschap In De West-Europese Letterkunde Van De Achttiende En De Negentiende Eeuw, en beweert zelfs een uitgever bereid te hebben gevonden voor publicatie van dit boekwerk. De veelzijdige auteur woont in Borsbeek bij Tamara, zijn Tammie, de Babypanter met het zilveren navelsierwerk en de lekkere, dikke lippen. Maar dan slaat het noodlot toe. Tamara brengt haar vriendin Viona, met de oogverblindende boezem, in huis en Vitalski’s ‘oudste vriend ooit’, Den Charles Maria Nelson, bevindt zich in de ‘danger zone’. Wat volgt is beklemming, angst en een fikse blaasontsteking.