Wij willen weten waaroverwij gaan schrijven: een puteen dennenboom, parel, slakhoe zij langzaam kruiptover de weg en niet weetwanneer zij verpletterd wordtvertrapt tot slijmerige plekof juist net vooruit, nietversnellend, ontsnapt, maardat woord lijkt al te snelontkomt, terwijl de fietserallang op zijn bestemming ishaalt zij de overkantkruipt tussen gras, onwetendwaar naar toe, aangeloktdoor een geur of eenvoudigkruipend tot ze iets eetbaarstegenkomt en stopt?‘Ekkers schrijft geen bekentenis-lyriek en doet niet aan exuberante zelfexpressie, maar is in alle afstandelijkheid op een haast raadselachtige wijze in deze constaterende poëzie toch steeds persoonlijk aanwezig. ‘Het is wat het is’, maakt hij duidelijk. Maar wat is het? Knap werk.’Remco Ekkers