Mijn grootvader was een gepassioneerd jager. Aan deze passie was een eigen plaats toegewezen, die als hoofdkwartier diende voor zijn expedities. In een grote groene kast zat de voorraad koffie, chocolade, Jägermeister en boterhammen. Op koude namiddagen werd het vuur in de open haard aangestoken. Dit huisje, met zijn combinatie van soberheid en speelgoedachtige luxe, leek mij een paradijs. Ik droomde ervan om daar te wonen. Wanneer het buiten stormde, zou ik voor het haardvuur een klassiek, verrukkelijk boek zitten lezen, gebonden in donkerrood leer en vol tijdloze woorden.' Iets van haar grootvaders jagersinstinct moet op Leen Huet overgegaan zijn, want in dit boek zet zij met ongekend enthousiasme de lezer niet alleen aan om zich terug te trekken met een goed boek, maar ook om zelf op jacht te gaan en nieuwe boeken en auteurs te ontdekken.