Winnaar van de AKO Literatuurprijs, de F. Bordewijkprijs en de Opzij Literatuuprijs. In Over de liefde wordt een vrouw verlaten: haar derde lange liefdesrelatie is stuk gelopen, zonder dat zij een idee heeft waardoor, door wie of waarom. Voor de zoveelste keer in haar leven is zij alleen, in de steek gelaten, op de rand van een depressie. Dan overkomt haar een ernstig ongeluk, waaraan ze, na een hersenoperatie, een gaatje in haar geheugen overhoudt: hoe gebeurde dat ongeluk? Was het eigenlijk wel een ongeluk? En wie waren erbij? De zoektocht naar wat de hersenen voor haar versluierd willen houden, leidt haar terug naar haar jeugd, toen ze voor de allereerste keer verliefd was. Daar vindt ze de liefde in de pure vorm terug, maar moet ze ook ervaren dat er duistere kanten zitten aan zelfs de meest onschuldige hartstocht.