'Overal kleine altaren' is een prikkelende, ontroerende en geestige roman over de familie Walker in het broeierige zuiden van de Verenigde Staten. Centraal staat Siddalee Walker, toneelregisseuse in New York. Ze kijkt terug op haar jeugd in Thornton, waarin haar knappe, charmante en opzichtige moeder Viviane een overheersende rol speelt. Haar vader, Big Shep, een gevoelige boer uit Louisiana en evenals zijn vrouw aan de drank, kan zich niet goed uiten. Siddalee en haar broers en zuster hebben hun eigen problemen, en Wiletta en Chaney, het zwarte echtpaar dat bij de Walkers in dienst is, zijn niet in een positie om hen te helpen. Met humor en op soms hartverscheurende wijze doen de familieleden verslag van de ogenschijnlijk weinig ingrijpende gebeurtenissen in hun leven. Wells laat een verrassende verzameling stemmen binnen één gezin horen, krachtig in hun pijn, schitterend in hun breedvoerigheid en inzicht. Eén van de vele lezersreacties: 'Een werkelijk gedenkwaardig boek. Ik kon het niet meer wegleggen. Ik werd onmiddelijk de wereld van dat gezin binnen getrokken. Elke bladzijde is even prachtig!' Rebecca Wells groeide op in Louisiana op een kleine plantage, werkte als kelner en nam schrijflessen bij Allen Ginsberg alvorens carrière te maken als actrice en toneelschrijfster. Zij woont met haar man op een eiland bij Seattle. 'Overal kleine altaren' werd in de Verenigde Staten bekroond met de Western States Book Award.