Wie een gedicht kan schrijven over het ruime landschap dat de reiziger uit het aangeharkte Nederland bij het binnengaan van Noord-Frankrijk overweldigt, over de al te herkenbare verlatenheid van die éne mens in dat landschap, en over het pijnlijke verlangen naar iemand die er niet is en op wie het - natúúrlijk - vergeefs wachten is, zoals het volgende gedicht laat zien: r e p e t e r e n d e b r e u k Waar ik ook ben, soms ben ik ineens weer bij de Belgische grens, aan het liften naar Frankrijk. De weg is de hoofdweg, maar lijkt op een zijweg, één, twee, drie huizen staan braaf in hun tuinen. In de bocht wuift een boomgroep. Het is doodstil. Ik wacht op haar. Drie vogels landen. In de heggen beweegt zich een ruisende wind. Overkomst dringend gewenst. zo iemand is een groot dichter. Des te betreurenswaardiger is het dat van alle naoorlogse dichters Jan Emmens nog altijd onbekend is bij het overgrote deel van het publiek. Nu zijn verzameld dichtwerk, het in 1980 verschenen Gedichten en aforismen dat wij koppig leverbaar hebben gehouden, bijna uitverkocht is, zeggen we met déze bloemlezing, gemaakt door Emmensbewonderaar Wim Brands, opnieuw tegen jongere generaties poëzieliefhebbers: maak nu voor een krats kennis met het werk van een van onze grootste dichters.