De Engelse historicus Simon Schama heeft met Overvloed en onbehagen een sociale en culturele geschiedenis geschreven waarin hij onderzoekt hoe een aantal boerendorpen, vissersplaatsen en havensteden zonder gemeenschappelijke taal, godsdienst of regering zich in de zeventiende eeuw kon verenigen tot de Republiek der Nederlanden. Hij beschrijft de zeden en gewoonten van een volk dat zijn eigen onafhankelijkheid niet zocht, maar die opgedrongen kreeg door de meedogenloze Spaanse monarchie, waartegen het uiteindelijk in opstand kwam, een volk dat in twee generaties een indrukwekkend wereldrijk opbouwde. De cultuur in de ruimste zin van het woord vormt het bronnenmateriaal voor dit boek: kookboeken, faillissementsinventarissen, prenten, schilderijen en gebrandschilderde ramen. Ook kunst, bijgeloof, de opvoeding van kinderen en de zedenleer in de tijd dat Nederland een supermacht was, neemt hij onder de loep. De tegenstelling tussen schijnbaar ongeremd gedrag in het openbaar en de strikte zeden ten aanzien van het privéleven bracht alle buitenlandse bezoekers in verwarring. Schama belicht in dit boek vertrouwde dingen op een ongebruikelijke wijze. Met de beschrijving van het mysterieuze en onwaarschijnlijke geeft hij ons de werkelijke sleutel tot de collectieve persoonlijkheid van de Nederlanders. Simon Schama, geboren in Londen in 1945, doceerde vanaf 1966 geschiedenis in Cambridge, Oxford en Harvard. Hij is thans hoogleraar geschiedenis en kunstgeschiedenis aan Columbia University. Voor de bbc maakt en presenteert hij documentaires, onder andere het prijswinnende Schama's De kracht van kunst en in het najaar van 2008 de vierdelige serie De Amerikaanse toekomst. Verschillende van zijn boeken werden bekroond. 'Niet alleen getuigt het boek van een enorme eruditie, het is ook onderhoudend en amusant en er spreekt een grote bevlogenheid en verbeeldingskracht uit.' prof. e. de jongh, nrc Handelsblad 'Overvloed en onbehagen is een indrukwekkend boek. Door zijn omvang (…), door zijn inhoud (…), door zijn originele manier van benaderen, door zijn stijl, meeslepend, rijk, soms breed essayistisch, soms grondig analyserend, met hier en daar een persoonlijke noot, een knipoogje en een vleugje humor, prikkelend zonder polemisch te zijn.' wim verrelst, Standaard der Letteren