De belangstelling voor de analytische filosofie is in zozeer toegenomen dat de verschijning van een algemeen inleidend werk hierover zeker gerechtvaardigd is en door velen verwelkomd zou worden. Het overzicht dat prof. Nuchelmans ervan geeft is toegankelijk voor ieder die wijsgerige belangstelling heeft en zich enige filosofische kennis heeft verworven; het is in een begrijpelijke trant geschreven zonder tot oppervlakkige popularisatie te vervallen. Naar een inleiding waarin de voornaamste kenmerken tendenties van deze richting worden vastgesteld, behandelt de schrijver de fasen van haar ontwikkeling. De eerste hiervan is de school van Cambridge, waarin de grote namen van Moore, Russel en Wittgenstein naar voren komen. De volgende is het logisch positivisme, vooral verbonden met de zgn. Wiener Kreis, een Duitse bijdrage die voornamelijk in Engeland tot stand kwam en in het Engelse denken geheel werd geïntegreerd. De laatste is de fase van de "filosofie van de gewone taal", zoals die door Wittgenstein in zijn latere periode en verder door denkers als Ryle, Austin en anderen werd uitgewerkt en door Strawson in sommige opzichten ingrijpend gewijzigd. Wie Nuchelmans' beschrijving hiervan aandachtig heeft doorgelezen, zo zegt een helder beeld gevormd hebben van deze belangrijke tak van de moderne wijsbegeerte.