Thuiskomst Ik heb afscheid genomen, een taxi, de trein, kom je weer op het spoor en keer op mijn stappen terug. In de luchthaven jij met een kind dat papa kraait om je hals. Ik heb je gemist kruipt als een klein reptiel uit je mond in mijn oor. Het is alsof een luidspreker meldt de wagen staat voor, ik heb de kachel al aan, overal stof afgenomen, het bed verschoond, de kanarie is dood. Opnieuw worden we koffie voor elkaar, bekende vreemden die op gevaar af oud en lelijk nu nog hoffelijk zijn. Naalden en hars. Bomen die enkel bestaan bij de gratie van het voorvoegsel pijn.