MICHIEL VAN KEMPEN is behalve literatuurwetenschapper en essayist over de Surinaamse letteren ook romancier en verhalenschrijver. Zijn roman PLANTAGE LANKMOEDIGHEID werd door de Standaard der Letteren tot de mooiste boeken van 1998 gekozen: . Zijn bundel met humorvolle en soms hilarische reisverhalen over India in HET NIRWANA IS EEN LEGE TREIN (2001) is inmiddels een steady-seller aan Indiagangers. Ook PAKISTAANSE NACHT begint als een reisverslag maar gaandeweg krijgt deze novelle onder de verhalen trekken van een Oosterse vertelling. En vanzelfsprekend speelt Suriname (in drie van de zes overige verhalen) een rol. Zo verbeeldt (in "De eer van het lintje") een Surinamer in Nederland zich de loop van de geschiedenis van zijn geboorteland een radicale wending te hebben gegeven. "Tupperware" gaat over een gemengde relatie tussen een Surinaamse vrouw en een Nederlandse man en in "De laatste dagen van de rijstpelmolen" storten de decembermoorden tante Rina en haar rumdrinkende Lucas op een absurde manier in het verderf.