Een jaar lang reed Henk Spaan door Nederland in elke auto die hij maar wilde. Van Lotus tot Renault Espace, van de sportieve Seat tot de duurste Mercedes beoordeelde Spaan het vervoermiddel aan de hand van criteria die in de autojournalistiek tot nu toe onbesproken bleven. Zo speelt het landschap een grote rol, evenals het reisdoel. Met een Toyota Aygo naar het dorp Drimmelen leek de schrijver een onweerstaanbaar experiment. Dat in de luxe Volkswagen Phaeton de meest voor de hand liggende bestemming een baronesk landhuis is, spreekt voor zich. De Hummer daarentegen reed bijna uit zichzelf naar de Amsterdamse P.C. Hooftstraat. De auto wordt voornamelijk zintuiglijk benaderd. Hoe vóélt hij en waar staat hij voor, is de vraag waar Spaan in zijn kenmerkende, ironische stijl met oog voor het absurde keer op keer het antwoord op zoekt. 'Papa's auto' is een boek dat bij autoliefhebbers in de smaak zal vallen en bij autohaters een glimlach op het gezicht zal toveren.