Annika Bengtzon, tekstredacteur bij een Stockholmse avondkrant, krijgt een telefoontje van een vrouw die aan het hoofd staat van een hulporganisatie voor bedreigde mensen. De vrouw eist aandacht voor haar stichting: Het Paradijs. Wat later wordt Bengtzon gebeld door een huilende jonge Bosnische, die op de vlucht is voor een Servische moordenaar. De vrouw weet iets over twee lijken die in de haven zijn gevonden én over een gestolen vrachtwagen met vijftig miljoen sigaretten. Voor Annika Bengtzon zijn beide telefoontjes de aanleiding om weer als misdaadverslaggeefster aan de slag te gaan.