Liefdespoëzie, noemt Astrid Lampe zelf de gedichten in deze bundel, 'onversneden liefdespoëzie waartoe mijn muze me aanzet, niet door bevallig met vleugels mijn inkt droog te komen wapperen maar door me voortdurend met een kruk of een ander blij hulpstuk bij de les te houden.' Ziehier de demonstratie van Lampes manier van werken, te vatten in dit ene fenomeen: stuiteren. eerst volgden wij college K'NEX nu geeft hij het de beste jaren van zijn leven geen hond die hoe bestaat het roept verstand van poëzie heeft iedereen de natte ogen zijn er altijd eerder (nooit ver van huis): mier melk je luis!