In 1943 en 1944 hebben duizenden gevangenen - joden en niet-joden, mannen en vrouwen - gewerkt in het zo geheten Philips-Kommando binnen het SS Konzentrationslager Herzogenbusch in Vught. Op Duits verzoek liet Philips daar allerlei min of meer kriegswichtige producten fabriceren. Collaboratie! Of niet? Dankzij Philips is het bestaan van gevangenen verzacht en is het leven van velen gered. Overlevenden denken met dankbaarheid terug. Was het Philips-Kommando dan zoiets als Schindlers list? Zo eenvoudig is het niet. De microkosmos van het Philips Kommando was in werkelijkheid een rijkgeschakeerde wereld van aanhoudende onzekerheden en risico's, van kleurrijke tegenstellingen en dilemma's. Dit boek, geschreven op initiatief van de Stichting Geschiedschrijving Philips Kommando Concentratiekamp Vught '43-'44, probeert daaromtrent opheldering te geven. De schrijvers willen zich tegen de achtergrond van de oorlogvoering in het algemeen vooral rekenschap geven van de ingewikkelde en verwarrende verscheidenheid van de gebeurtenissen. Zonder het onderscheid tussen 'goed' en 'fout' uit het oog te verliezen, wijken zij af van de moraliserende categorisering binnen de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog. Aan de hand van de beschouwing van de bedrijfsgang in het kamp wordt een beeld geschetst van een chaotische mierenhoop, waar gevangenen, bewakers, helpers, beulen en slachtoffers door elkaar krioelden. Wie deed wat? Hoe lagen de verhoudingen precies? De werkelijkheid was wit, zwart, noch grijs, maar bont