Deze roman vertelt het verhaal van een even bijzondere als bizarre liefde. Gedurende hun hele jeugd zijn de tweelingen Leo en Pieta Wahlens onafscheidelijk. De beide hoogbegaafde kinderen leven in een eigen wereld, onbereikbaar voor hun kleinburgerlijke ouders en minder getalenteerde leeftijdgenootjes. Dat hun broederlijke en zusterlijke gevoelens overgaan in een intense, erotische verhouding, is voor hen volstrekt natuurlijk. Maar dan, in hun laatste schooljaar, slaat voor Leo en Pieta het noodlot toe. Pieta blijkt zwanger: een harde confrontatie met de werkelijkheid, die de tweelingen voorgoed verdrijft uit het paradijs van hun jeugd. Leo Wahlens zal deze schok nooit te boven komen. Zijn verhoudingen met vrouwen, ook die met zijn dochter Nellie, blijven steeds bepaald door het beeld van de aanbeden, superieure Pieta. De spanningen die hieruit voortvloeien leiden tot een verrassende en gruwelijke ontknoping.