Plantage Muidergracht is een egoïstisch geschrift in optima forma. In dit boek wisselen herinneringen, invallen, autobiografische verhalen, reisbeschrijvingen en notities elkaar gedurig af. Morriëns rijk geschakeerde stijl, zijn lichtvoetigheid, ironie en scepsis lenen zich zowel voor een epigrammatische weergave van het alledaagse als voor het brede en verhalende van memoires. Het geheel levert - vrij zeldzaam toch in de Nederlandse literatuur - een bont en onthullend lezers- en schrijversrelaas. Bij Adriaan Morriën (1912) gaan privé-bestaan en literatuur vloeiend in elkaar over. Een voorval op straat ontroert, amuseert of ergert hem op identieke wijze als, bijvoorbeeld, een eerste ontmoeting met een groot dichter. Hij is een gevoelige, geestige observator bij wie alle indrukken gefilterd worden door een natuurlijke zinnelijkheid. Misschien heeft dit laatste iets met de ziekte in zijn jeugd te maken (tbc), waaraan overigens enkele van de fraaiste fragmenten in dit boek zijn gewijd. Hoe het ook zij, deze gelouterde sensualiteit is Morriëns grote en inspirerende kracht. Plantage Muidergracht is een mozaïek van particulariteiten, zo onbevangen en openhartig gearrangeerd dat het aan het louter persoonlijke ontstijgt. Over de eerste druk van Plantage Muidergracht schreven de critici onder andere : Een boek van een rasschrijver." - Doeschka Meijsing in Elsevier Een openbaring [...], een kennismaking met nieuwe ogen met een uniek en voor ons land uitzonderlijk talent." - Adriaan van der Veen in Vrij Nederland In deze verhalen, herinneringen, invallen en notities toont Morriën zich een uitzonderlijk waarnemer."- J. Huisman in Algemeen Dagblad [...] een heel bijzonder boek [...] Ik denk dat de stem van Flaubert leek op die van Morriën." - Hugo Brandt Corstius in De Volkskrant