In Vlaanderen en Nederland groeit de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden. Aan de ene zijde nippen kosmopolieten aan hun glas Kaapse Chardonnay terwijl ze de lof van de globalisering bezingen, aan de andere zijde luistert de 'getatoeëerde klasse' naar het Nederlandstalige lied en schaart men zich achter nieuwe vormen van nationalisme. Laaggeschoolden dringen nauwelijks nog door tot het parlement. Hun demografische meerderheid is herleid tot een democratische minderheid. Meer dan wie ook vertolken populistische partijen vandaag de stem van de laaggeschoolden in de samenleving. Populisme is niet noodzakelijk een gevaar voor de democratie. Het verwoordt, op onhandige wijze soms, een blijvend verlangen naar politieke betrokkenheid van het laagopgeleide volk. We doen er goed aan dat ernstig te nemen. Er is niet minder, maar beter populisme nodig.