Hoe volg je het ritme van je hart midden in een sneeuwstorm? Hoe leer je vliegen? Hoe word je weer vrienden met jezelf als je mishandeld bent, en hoe komen mannen en vrouwen, vaders en zoons weer dichter tot elkaar? Het zijn maar een paar van de vragen waarop de vier Nieuwetijdskinderen in Pogapong het antwoord ontdekken. Sander, Oe-oembri, Tsjong-Kha-Pa en Tumba, alle vier dragen ze de littekens van een wereld die zich steeds minder bekommert om wat gevoelig is en kwetsbaar. Alle vier uit een ander werelddeel, zijn ze uitgekozen om de wijsheid van de aarde te ontvangen. Of ze nu hun eerste onderricht van een sprekende rots, een zwarte panter, een sjamaan of een computer ontvangen, alle vier komen ze uiteindelijk in contact met Pogapong, een wezen van de tweelingplaneet van onze aarde. Met vallen en opstaan leren ze hoe ze bij kunnen dragen aan een beter evenwicht in onze wereld. Pogapong gaat over zelfontdekking en verwondering. Het is een eigentijds sprookje, waarin vrouwen de eerste bewoners op aarde waren. Pogapong past ergens tussen de boeken van Lynn Andrews en 'Stam van de holebeer' in. Mooie natuurbeschrijvingen en speelse mythes worden afgewisseld met levendige dialogen tussen leerling en meester. Eigentijdse therapeutische inzichten, en elementen uit sjamanisme, taoïsme en boeddhisme komen op een toegankelijke manier aan bod. Al strekt het verhaal zich uit over vier continenten en een andere planeet, Pogapong blijft dicht bij huis. De strubbelingen van de kinderen om hun eigen gevoel te durven volgen, zijn herkenbaar, aards en humoristisch beschreven. Irene Bijl (1957) gaf jarenlang les in intuïtieve ontwikkeling en healing en reading, onder andere aan het huidige CICO in Utrecht. Momenteel woont ze, met haar twee kinderen in Ghana. Ze verdeelt haar tijd tussen schrijven, het opzetten van een kindertehuis en het organiseren van een rondreis in Ghana, 'Ontmoet Moeder Aarde in Afrika'. Pogapong is haar debuut.