Polderschouw belicht de praktijk van de terugkeer en opvang in de eerste naoorlogse jaren, in al zijn regionale verscheidenheid. In de houding van de plaatselijke autoriteiten en bevolking jegens de uit Duitsland en Nederlands-Indië terugkerende oorlogsslachtoffers deden zich grote verschillen voor, mede voortkomend uit de van streek wisselende omstandigheden.