'Vrijheid, gelijkheid en broederschap,’ scandeerden de revolutionaire burgers van Parijs in 1789. In de Verenigde Staten van Amerika werd al tien jaar eerder geroepen om meer rechten, en in navolging daarvan klonk in ons land in 1780 dezelfde roep: de patriotten kwamen in verzet tegen stadhouder Willem v, een voorvader van koningin Beatrix. Ze eisten een democratisch bestuur. Vijftien jaar later, tijdens de zogeheten Bataafse Revolutie, grepen de patriotse burgers de macht, met militaire steun van de Fransen. Rutger Jan Schimmelpenninck verrichtte baanbrekend werk tijdens die Revolutie, als medeoprichter van de Nationale Vergadering, het eerste democratisch gekozen parlement van Nederland. In de jaren daarna vormde hij met zijn echtgenote Catherina een succesvol ambassadeursechtpaar. Ze dompelden zich onder in het culturele en politieke leven van Parijs en Londen, totdat keizer Napoleon hen in 1805 aan het hoofd plaatste van de Bataafse Republiek – de ultieme beloning voor Schimmelpennincks diplomatieke werk. Een internationale roddelcampagne, aangestuurd door jaloerse Nederlandse diplomaten, leidde uiteindelijk mede tot zijn val. Voor deze biografie kreeg historica Edwina Hagen van de grafelijke nazaten van Schimmelpenninck de gelegenheid uniek archiefmateriaal te bestuderen, waaronder vele persoonlijke brieven. Zo weet zij een fascinerende inkijk te geven in het dagelijkse bestaan van het echtpaar Schimmelpenninck: de omgangsvormen, man-vrouwverhoudingen en intriges rond deze ‘enige president van Nederland’, in de bruisende, revolutionaire achttiende eeuw